
Wadi Middelburg © atelier GROENBLAUW
Wadi
Deze pagina opslaan als PDF?
Een wadi is een beplante greppel met een doorlatende bodem en een infiltratievoorziening. Wadi’s bergen, infiltreren en transporteren het regenwater en vormen een groen alternatief voor een regenwaterriool.
In normale omstandigheden infiltreert water direct of na tussentijdse berging en staat de wadi binnen 24 uur na een bui weer droog. In exceptionele gevallen, als het water in de wadi tot boven een bepaalde hoogte boven de wadibodem stijgt, voeren kolken op die hoogte in de wadiwand aangebracht en slokoppen genoemd het water direct af naar een drainbuis onderin de infiltratievoorziening. Deze drainbuis ligt over de gehele lengte van de wadi en wordt gebruikt voor snelle waterafvoer bij heftige regenbuien, om infiltratie over een gebied met verschillende doorlatendheden te spreiden en om bij een hoge grondwaterstand het gebied te draineren. Doorgaans worden wadi’s opgedeeld in compartimenten en per compartiment van een regelput voorzien om daarin de maximale berging en de drainagecapaciteit per compartiment in te kunnen stellen.
De uitvoering van de wadibodem luistert nauw: hiervoor wordt verbeterde grond gebruikt en de optimale samenstelling daarvan hangt af van de werking van het watersysteem en de vegetatiekeuze. De grond moet goed water kunnen laten infiltreren (zandrijk) en moet een vruchtbare bodem vormen voor de vegetatie (humusrijk), niet alleen vlak na de aanleg maar ook over de jaren. Belasting en slechte doorworteling, gebruik van zoden gekweekt op slecht waterdoorlatende klei, hondepoep, slecht onderhoud, het laten liggen van bladafval en het overmatig gebruik van strooizout zijn allemaal mogelijke factoren die negatief kunnen werken op het goed functioneren en met name de doorlatendheid van de bodem. Bij maaien bijvoorbeeld moet de belasting van de wadibodem geminimaliseerd worden. Boogaard et al., 2006
In de oorspronkelijke versie van 2000 is de wadibodem begroeid met gras, niet geschikt voor laag Nederland en voorzien van een in geotextiel ingepakt kleikorrelpakket. Tegenwoordig zijn er meer dan 500 woonwijken met wadi’s verspreid over heel Nederland, vooral bloemkoolwijken, vernieuwingswijken en villawijken. Er wordt niet alleen gras maar ook hogere en meer natuurlijke vegetatie toegepast; voordeel is dat deze niet zo vaak hoeft te worden gemaaid, de doorworteling van de bodem bevordert en goed is voor de biodiversiteit. Verder blijkt uit onderzoek dat wadi’s ook bij extreme weersomstandigheden zoals droogte en in laag Nederland met gemiddeld hoge grondwaterstanden en lage doorlatendheid van de grond goed blijven functioneren. En als bergingsvoorziening kunnen bijvoorbeeld ook kratten en dergelijke worden toegepast. Boogaard en Roest, 2020
Groot onderhoud zal nodig zijn als de wadi niet meer goed functioneert. Zo raakt de toplaag in de loop der jaren vervuild door uitloging van de aangesloten verharding en moet deze bij een groot onderhoud gereinigd worden; aanbevolen wordt elke vijf jaren de bodemkwaliteit van de toplaag te onderzoeken. Ook kan het geotextiel rond de bergingsvoorziening dichtgeslibt raken en vervangen moeten worden. Onderhoud en monitoring zijn essentieel om ongewenst functioneren te voorkomen. Boogaard en Roest, 2020
Omdat een wadi een groenvoorziening combineert met een regenwaterbergings- en afvoervoorziening zijn vanaf het ontwerp tot de realisatie en gedurende de gehele verdere levensduur van een wadi meerdere gemeentelijke disciplines bij de wadi betrokken. En daarbij komen ook nog waterschap, ontwikkelaars, woningeigenaren en bewoners. Dit vereist afstemming niet alleen op budgettair gebied en wat aansprakelijkheden betreft maar ook tijdens de uitvoering van het onderhoud. Terwijl het grootste succespotentieel van een wadi bij de combinatie van functies ligt, ligt daar ook de grootste faalkans; hoofdstuk 10 van Boogaard et al., 2006 inventariseert de mogelijke knelpunten gedurende het planproces van initiatieffase tot beheerfase.
Bij de dimensionering van een wadi moet uitgegaan worden van het slechtste scenario dat ondersteund moet kunnen worden; in nog slechtere situaties zal schade aangericht worden door erosie en onderspoeling, aan de wadi zelf, aan infrastructuur en in het slechtste geval aan gebouwen. Leidend is dus niet alleen de bergingscapaciteit maar ook de totale waterverwerkingscapaciteit in combinatie met de potentiële schade: een verdubbeling van de berging staat niet in verhouding tot de bijbehorende aanleg- en onderhoudskosten en het benodigde ruimtegebruik, maar verkleint wel het risico op schade aanzienlijk.
Parameter | Eenheid | Aanbevolen waarde |
Doorlatendheid bodem | m/dag | > 0,5 |
Drooglegging t.o.v. GHG | m | > 0,5 |
Filterlaagdikte | m | 0,3 – 0,5 |
Oppervlak wadi t.o.v. afvoerend oppervlak | % | 5 – 10 |
Afstand tot gevel | m | > 1 |
Infiltratiepercentage | % | 70 -99 |
Waterdiepte in wadi | m | ≤ 0,3 |
Waking | m | 0,1 |
Ledigingstijd | uur | < 24 |
Bodembreedte | m | > 0,5 |
breedte wadi t.p.v. waterspiegel | m | 4 |
Talud | – | 1:3 of flauwer |
Het aanleggen van een wadi is maatwerk. Desalnietemin zijn ontwerprichtlijnen opgesteld die gebaseerd zijn op de ervaring opgedaan met de eerste wadi’s in Enschede en die als uitgangs- en ijkpunt kunnen dienen bij het ontwerp van wadisystemen. Hieronder volgt eerst een samenvatting van deze ontwerprichtlijnen en vervolgens een detailvergelijking van richtlijnen in Nederland, Duitsland, Engeland en België. Bron tabellen: Boogaard et al., 2006
Tabel 27 Samenvatting van de ontwerprichtlijnen voor wadi’s <Oorspronkelijk nummer tabel 11.1>
Parameter | Eenheid | Nederland | Duitsland (DWA, 2005; LUB-W, 1998) | Engeland/USA (CIRIA, 2004) | België (Vlario, 2005) |
Naam systeem | Wadi | Mulden Rigolen | Swale | Infiltratiekommen | |
Onverzadigd doorlatendheid toplaag (bij aanleg) | [m/dag] | Omgeving
> 0,5 |
0,86
< Kd < 86,4 |
> 0,086 | |
Afstand wadibodem tot GHG | [m] | > 0,5 | > 1 | ||
Filterlaagdikte | [m] | 0,3 – 0,5 | > 0,1 (gem. 0,3) | 0,3 – 0,5 | |
Verhouding
A wadi/ A verharding |
[%] | 5 – 10 | > 7 (gem. 5-20) | 5 à 10 | |
Afstand tot gevel (bij kruipruimten) | [m] | > 1 | > 1,5 maal diepte bouwput | ||
Overstortings- frequentie | [n/jr] | 0,2 | 0,2-0,5 | ||
Infiltratie- percentage | % | 70 – 99 | |||
Maximale waterstand wadi | [m] | < 0,3 | < 0,3 | Circa 0,1 | < 0,3 |
Waking | [m] | 0,1 | 0,15 | ||
Ledigingstijd | [h] | < 24 | < 24 | Verblijftijd > 10 min. | <24 (-48) |
Minimale bodembreedte wadi | [m] | 0,5 | 0,6 | 0,5 à 1 | |
Breedte wadi tpv. waterlijn | [m] | 4 | |||
Talud wadi | [m] | 1:3 of flauwer | 1:4 | 1:3 of flauwer |
Aandachtspunten | ||||
Geotextiel | [O90] | > 300 μm | ||
Doorlatendheid geotextiel | l/s/m² | > 35 | ||
Overloop-voorziening (aantal) | [n] | n > 1 | ||
Samenstelling filterlaag drainagezand/teelaarde | [n:1] | n = 2 à 3 | ||
Humusgehalte | % | 3 – 5 | tussen de 2 en 10 | |
Lutumgehalte | % | < 1 | ||
m50 –getal Zuurgraad | μm | 200-300 | > 350 | |
bodem | ph | 6 – 8 | ||
Maximale (in)stroom snelheid | 1 – 2 m/s afhankelijk van bodem | |||
Inloop | ||||
Goot-afmetingen in de rijweg | Breedte: diepte |
10:1 | ||
Goot-afmetingen in het trottoir | Breedte: diepte |
60:1 |
Zie voor meer informatie de pagina over wadi’s op Groenblauwe Netwerken.